BRGM BRAM Bram Degrieck - Burgemeester van De Panne

waarom Vlaanderen naar De Panne kijkt

 

Zoals geweten is zowel in De Panne als in Blankenberge vrijwel meteen na het publiceren van de aangepaste artikels in het Decreet Lokaal Bestuur gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een nieuwe meerderheid te installeren door het aannemen van een collectieve motie van wantrouwen aan te nemen.

Zonder mij inhoudelijk uit te spreken over de aanleiding tot het indienen van een constructieve motie van wantrouwen in Blankenberge, is iedereen het er over eens: in Blankenberge wordt de mogelijk gebruikt zoals de geest van het decreet het voorziet, met name om de lokale democratie te versterken.  

Door de constructieve motie van wantrouwen kan de gemeenteraad ingrijpen als een lange periode van politieke instabiliteit schade aanricht die rechtstreekse gevolgen heeft voor de inwoner van een gemeente of stad.  Dus, als een bestuur gedurende een lange periode geen beleidsbeslissingen meer kan nemen en bijvoorbeeld het budget niet goedgekeurd raakt.  Op zich een goeie zaak, dus.

Vroeger kon dat ook verholpen worden.  Toen kon  de gemeenteraad unaniem de structurele onbestuurbaarheid uitroepen.  Dan moest de gouverneur bemiddelen om proberen een oplossing te vinden of moest de minister ingrijpen.  Dat was een lange procedure die op haar beurt de werking een lokaal bestuur lamlegt en meestal eindigde dat ook bij de Raad van State.  Veel soelaas heeft die procedure structurele onbestuurbaarheid niet opgeleverd de voorbije jaren.

 

Met de komst van de constructieve motie verandert dat.  Aan de hand van een duidelijke spelregels kan de gemeenteraad besluiten dat er een nieuwe meerderheid moet worden gevormd en dat een nieuwe burgemeester en  nieuwe schepenen moeten worden gekozen.  

Maar, men heeft veiligheden ingebouwd om overloperij tegen te gaan.  Zeker bij besturen met een krappe meerderheid zouden individuele overlopers, die van een meerderheidsfractie naar de oppositie overlopen, sleutelfiguren kunnen worden.  Het decreet heeft voorzien dat overlopers niet zomaar zo'n motie kunnen ondertekenen: zij moeten de steun hebben van de fractie waartoe de overloper behoorde bij de verkiezingen.

Anders zou je zomaar kunnen vertrekken uit een meerderheidsfractie en samen met de oppositie een motie indienen en dus de burgemeester en de schepenen naar huis sturen.   Overloperij, dus.

Heel veel Vlaamse lokale besturen kijken momenteel met argusogen naar De Panne, zeker die met een krappe meerderheid.  Wat men op vandaag in De Panne probeert te doen - of liever, heeft gedaan - is net wat het decreet wou vermijden.  Dat meerderheden worden naar huis gestuurd, zonder boe of ba, zonder motivatie en enkel vanuit puur individueel belang.

Ik kreeg het voorbije weekend een aantal burgemeesters aan de lijn die de hete adem van één of meerdere overlopers al voelen.

 

Hoe men er in De Panne dan toch in geslaagd is om de gemeenteraad die constructieve motie te doen goedkeuren?  Doordat de voorzitter van de gemeenteraad de motie heeft ontvankelijk verklaard, tegen alle adviezen in.  Hij is zelf de overloper en had er dus alle belang bij dat de motie werd ontvankelijk verklaard.  Door zijn handtekening zijn er immers net genoeg gemeenteraadsleden die de motie ondertekend hebben: 11 op 21.  

Men heeft dus de spelregels, die het Decreet Lokaal Bestuur heeft voorzien, niet gerespecteerd.  Essentiële spelregels.  Als de voorzitter van de gemeenteraad niet zelf de overloper zou zijn geweest, dan zou hij de motie nooit ontvankelijk hebben verklaard.  Hij speelt dus een belangrijke rol in het "geval De Panne".

 

Er werd ons dus geen enkele andere optie gelaten dan deze beslissing aan te vechten bij de Raad van State (burgemeester) en ook bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen (schepenen).  Zij moeten een oordeel vellen, waar veel besturen zitten naar uit te kijken: kan een gemeenteraadslid zomaar een motie ondertekenen, los van de wil van zijn fractie waartoe hij behoorde toen hij werd verkozen en daardoor een nieuwe meerderheid vormen - los van het feit of een gemeente nu goed of niet goed bestuurd wordt?

 

Stel dat de decreetgever dit zo bedoeld had, is geen enkele meerderheid nog zeker van zijn slag, en al zeker de besturen niet waar er een krappe meerderheid is.  Hoe krapper de meerderheid, hoe minder overlopers er nodig zijn om een nieuwe meerderheid te vormen.

 

Heel veel Vlaamse lokale besturen kijken momenteel met argusogen naar De Panne, zeker die met een krappe meerderheid.  Wat men op vandaag in De Panne probeert te doen - of liever, heeft gedaan - is net wat het decreet wou vermijden.  Dat meerderheden worden naar huis gestuurd, zonder boe of ba, zonder motivatie en enkel vanuit puur individueel belang.

Hoe men er in De Panne dan toch in geslaagd is om de gemeenteraad die constructieve motie te doen goedkeuren?  Doordat de voorzitter van de gemeenteraad de motie heeft ontvankelijk verklaard.  Hij is zelf de overloper en had er dus alle belang bij dat de motie werd ontvankelijk verklaard.  Door zijn handtekening zijn er immers net genoeg gemeenteraadsleden die de motie ondertekend hebben: 11 op 21.  Men heeft dus de spelregels, die het Decreet Lokaal Bestuur heeft voorzien, niet gerespecteerd.  Essentiële spelregels.  Als de voorzitter van de gemeenteraad niet zelf de overloper zou zijn geweest, dan zou hij de motie nooit ontvankelijk hebben verklaard.  Hij speelt dus een belangrijke rol in De Panne.

 

Er werd ons dus geen enkele andere optie gelaten dan deze beslissing aan te vechten bij de Raad van State (burgemeester) en ook bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen (schepenen).  Zij moeten een oordeel vellen, waar veel besturen zitten naar uit te kijken: kan een gemeenteraadslid zomaar een motie ondertekenen, los van de wil van zijn fractie waartoe hij behoorde toen hij werd verkozen en daardoor een nieuwe meerderheid vormen - los van het feit of een gemeente nu goed of niet goed bestuurd wordt?

Stel dat de decreetgever dit zo bedoeld had, is geen enkele meerderheid nog zeker van zijn slag, en al zeker de besturen niet waar er een krappe meerderheid is.  Hoe krapper de meerderheid, hoe minder overlopers er nodig zijn om een nieuwe meerderheid te vormen.

 

De Panne heeft dus de twijfelachtige eer het proefkonijn te zijn.